background branding

Vrijwillig meer geld betalen voor je AH-koffie: écht duurzaam, of een marketingtruc?

KoffieSchermafbeelding 2023-04-21 om 14.26.42.png

Twee euro voor je cappuccino? Of toch liever twee euro en 28 cent? De Albert Heijn laat je in een paar vestigingen in Groningen, Wageningen en Zaandam sinds kort zelf kiezen welk bedrag je betaalt. Het credo luidt: “Betaal de echte prijs en maak samen een verschil voor mens en natuur.” Maar waar komt die prijs vandaan? En hoe eerlijk is die prijs? Radar zoekt het uit.

Wat is de ‘eerlijke prijs’?

De ‘eerlijke prijs' is ontworpen door het Nederlandse bedrijf True Price. Heel kort samengevat kan het bedrijf de negatieve impact van een product op het gebied van - onder andere - milieu en uitbuiting in kaart brengen. Die verborgen kosten verschillen per product en zijn afhankelijk van verschillende factoren. De Albert Heijn heeft dit voor meerdere producten laten berekenen.

Geld gaat naar verbetering koffieketen

De normale winkelprijs van een product dekt namelijk niet de roofbouw die gepleegd wordt op het milieu en op koffieboeren in verre landen. Als je extra geld betaalt, gaat dat volgens de supermarktketen direct naar projecten om de koffieketen te verbeteren. Om dit te verwezenlijken werkt de AH samen met de Rainforest Alliance, een non-profitorganisatie die zich inzet voor het klimaat. 

Expert heeft zijn twijfels

Het initiatief klinkt nobel, maar milieu-econoom Paul Schenderling zegt tegen Radar dat hij toch zijn twijfels heeft. “Als ik het keihard mag zeggen: er zit een hele grote hypocrisie in het Nederlandse handelsbeleid. We gaan heel laks met mensen uit verre landen om.” In 2019 berekende hij dat er in totaal maar liefst 13,8 miljoen mensen uit verre landen werkzaam zijn in dienst van de Nederlandse consumptie en export. Zij werken vaak in erbarmelijke omstandigheden. “Ik vraag me dan ook af of die 28 cent extra voor een cappuccino het verschil gaat maken in het leven van die mensen. Ik ben bang dat consumenten vooral zullen denken dat ze het verschil maken, maar dat de boer er in de praktijk maar het minimale aan heeft.”

Compensatie ‘vaak minimaal’

Het is niet zo dat Schenderling de berekeningen van True Price in twijfel trekt, sterker nog: “Op het terrein van sociale ongelijkheid zit in een initiatief als True Price de toekomst”, zegt hij. Al is het voor de econoom nog maar de vraag wat de Albert Heijn daadwerkelijk wil bereiken met dit initiatief. “Bij zulke ketens zie je namelijk vaak dat de compensatie voor boeren uit verre landen minimaal is.”

Zichtbaar maken verborgen kosten is ‘lovenswaardig’

Ook milieu-econoom Jetske Bouma geeft bij Radar aan niet helemaal overtuigd te zijn van het initiatief, al vindt ze het zichtbaar maken van verborgen kosten ‘op zich lovenswaardig’. “Ik vraag me wel af hoeveel mensen de ‘eerlijke prijs’ echt zullen betalen. Bij vergelijkbare initiatieven zie je namelijk dat maar een beperkte groep mensen vrijwillig meer geld voor producten betaalt.” Ook noemt ze het lastig dat je als consument niet duidelijk kunt zien hoe True Price tot 28 cent prijsverhoging is gekomen.

Geld komt waarschijnlijk wel goed terecht

Terwijl Schenderling de grootte van het bedrag in twijfel trekt, en Bouma zich afvraagt hoeveel klanten daadwerkelijk de extra kosten gaan betalen, denken beiden wel dat het geld daadwerkelijk op de juiste plekken terechtkomt. 

“De verbondenheid met een non-profitorganisatie als de Rainforest Alliance maakt het project wel betrouwbaar”, stelt Schenderling. Bouma deelt die visie. “Mocht het geld niet naar de daarvoor bestemde projecten gaan, is de imagoschade voor Rainforest Alliance en Albert Heijn te groot. Ik kan me niet voorstellen dat de betrokken partijen dat risico nemen.”

Ligt de verantwoordelijkheid voor verduurzaming wel bij de consument?

Maar moet niet de klant, maar Albert Heijn zélf de kosten voor eerlijke koffie betalen? Moederbedrijf Ahold Delhaize boekte in inflatiejaar 2022 immers nog recordwinsten. Volgens de twee economen ligt de verantwoordelijkheid voor verduurzaming niet volledig bij een winkel als de Albert Heijn, maar ook niet bij de consument. 

In een driehoeksverhouding kijken overheid, groothandels en consumenten al jaren constant naar elkaar om de eerste stap naar een duurzamere toekomst te maken, zo stelt Schenderling. Hij spreekt zelfs van een ‘jarenlange impasse’. Beide economen hebben hun blik gericht op de overheid.

Bouma: ‘Meeste consumenten willen niet meer betalen dan nodig’

“Naar mijn mening moet de overheid met een concreet plan komen om de voedselproductie te verduurzamen”, stelt Bouma met klem. “De meeste consumenten willen niet meer betalen dan nodig, als anderen dat niet ook doen.”

Schenderling: ‘Strenge normen zorgen voor eerlijke producten’

Schenderling hoopt ook op meer inmenging van de overheid. “Als de overheid hele strenge normen stelt op de import, weet je zeker dat de producten eerlijk zijn gemaakt. En dat kan, want dat wordt met speelgoed gedaan. Als er iets mis is met het speelgoed, wordt dat meteen duidelijk. Anders worden er mogelijk kinderen ziek. De reden dat het met voedsel niet gedaan wordt, is omdat de nadelen enkel de boeren in verre landen raken. Niet de consument hier.”

Bronnen: Paul Schenderling, Jetske Bouma, Albert Heijn, True Price, AD, NRC, IJM, NOS