Stugge slidings en schaafwonden door kunstgras

Degenen die inmiddels gestopt zijn met hun sport (grofweg de helft van de respondenten), zijn dat in de meeste gevallen (46%) om fysieke redenen, zoals blessures. Te druk zijn of gewoon geen zin meer hebben staan (met afstand) op de tweede en derde plek.

Vooral hockey en tennis worden op dit moment op kunstgras gespeeld: bij hockey geeft maar 2 procent van de spelers aan alleen op echt gras te spelen, bij de tennis is dat 3 procent. Van de golfers speelt daarentegen 69 procent altijd op gras.

Voetballers geven de voorkeur aan gras (69%) boven kunstgras (15%). Bij hockeyspelers is dat juist andersom. In het algemeen geeft de helft van de veldsporters (48%) de voorkeur aan gras. 1 op de 5 speelt liever op kunstgras, en een klein kwart geeft aan dat het per sport verschilt.

Vallen en sliden

Het grootste voordeel van spelen op gras zit ‘m in het vallen en sliden, vindt een ruime helft van alle sporters. Dat getal is overigens omlaag gehaald door tennis- en golfspelers, die minder met vallen of sliden te maken hebben: bij voetballers noemt 71 procent dit als voordeel van gras. Verder staan balbeweging en natuurbeleving in de top 3. Ruim een kwart vindt ook de geur van gras een groot voordeel van deze ondergrond. Dit zijn allemaal zaken die bij kunstgras als nadelen worden aangemerkt.

Het grootste nadeel van gras is de invloed die weersomstandigheden erop hebben, vindt de helft van de respondenten. Een kwart noemt onderhoud als nadeel, 22 procent de (mindere) egaliteit. Wederom is deze lijn door te trekken naar kunstgras: dit zijn precies de kenmerken kunstgras als grootste voordelen heeft.

Schaaf- en open wonden

28 procent is nooit geblesseerd of gewond geraakt tijdens het sporten. De rest heeft vooral schaaf- en open wonden opgelopen (40%). Spierblessures komen daarna het meest voor (35%). De oorzaak is meestal een tegenspeler. In 41 procent is de ondergrond de schuldige.

Bijna een derde van de respondenten (31%) zegt op kunstgras vaker blessures op te lopen dan op gras. Gekeken naar het aantal opgelopen blessures, is bij schaaf- en open wonden een groot verschil zichtbaar: van wie enkel op gras speelt, meldt 27 procent dergelijke verwondingen. Van wie enkel op kunstgras speelt, maakt 44 procent hier melding van. Bij spier- of gewrichtsblessures is geen groot verschil tussen spelen op gras of op kunstgras.Over dit onderzoek

Aan het onderzoek deden 24.507 leden van het Radar Testpanel mee. Daarvan hebben 6906 mensen aangegeven ervaring te hebben met veldsporten op gras en/of kunstgras. Het onderzoek vond plaats tussen 9 juni en 4 juli 2016.

Aan het onderzoek deden 24.507 leden van het Radar Testpanel mee. Daarvan hebben 6906 mensen aangegeven ervaring te hebben met veldsporten op gras en/of kunstgras. Het onderzoek vond plaats tussen 9 juni en 4 juli 2016.

Ben je geen Testpanellid, maar wil je dat wel graag worden? Je kunt je gratis aanmelden via deze vragenlijst.