No cure no pay

Als je betrokken raakt bij een verkeersongeval, loop je het risico niet één- maar tweemaal slachtoffer te worden. Eerst van het ongeval zelf, daarna van het letselschadebureau dat je belangen zou moeten behartigen. In de praktijk blijkt namelijk dat dergelijke bureaus onterecht ‘no cure no pay’ aanbieden. Dat kan een slachtoffer veel geld kosten.

Heeft u een simpele zaak waarbij de aansprakelijkheid duidelijk is, dan worden de kosten van uw belangenbehartiger vergoed door de verzekeraar van de tegenpartij. Dat staat zo in de wet. Sommige letselschadebureaus zeggen echter dat het heel onzeker is of ze hun kosten vergoed krijgen en bieden no cure no pay aan. Komt er een schadebedrag, dan krijgt de belangenbehartiger een percentage van de schadevergoeding als vergoeding van de kosten. Komt er geen oplossing, dan hoeft u niets te betalen. In dat geval krijgen ze hun kosten vergoed van de verzekeraar, wat ze vaak verzwijgen ten opzichte van hun cliënt, én ze krijgen een percentage van uw schadevergoeding. Ze eten dus van twee walletjes.

In de uitzending noemt Jaap Smit, directeur van Slachtofferhulp Nederland, deze praktijken 'besodemieterij en oplichting'. Hij zegt dat no cure no pay alleen in uitzonderlijke, ingewikkelde gevallen voordelig is voor het slachtoffer. Naar aanleiding van de uitzending heeft hij het Meldpunt No Cure No Pay opgericht om mensen die zo'n contract hebben, te helpen beoordelen of alles volgens de regels gaat.

Daarnaast heeft Radar de hand weten te leggen op geheime convenanten die belangenbehartigers hebben met verzekeraars. Als vergoeding van de kosten krijgt de belangenbehartiger 21% van de totale schadevergoeding van de verzekeraar. Deze vergoeding krijgt hij alleen als hij niet naar de rechter stapt. Het slachtoffer weet niet dat degene die voor zijn belangen opkomt, deze afspraak heeft met zijn tegenpartij. In de uitzending pleit Arda Gerkens, Tweede Kamerlid voor de SP, voor een register waarin staat welke verzekeraars met welke belangenbehartigers afspraken hebben.