'Kies liever factor 30 dan factor 50': zo smeer je tegen zonschade

Veel mensen weten inmiddels wel dat jezelf beschermen tegen de zon belangrijk is. Verbranden, maar ook bruinen, zorgt namelijk voor beschadiging van de huid. Je kunt je dus maar beter goed insmeren met zonnebrandcrème. Maar welke factor moet je eigenlijk kiezen, en hoe dik moet je smeren? De antwoorden op deze vragen zijn best verrassend. Zo blijkt SPF50 niet per se de beste keuze, en gebruiken veel mensen toch echt te weinig zonnelotion.

Je bent onderweg naar een zonnig terras en besluit je in de haast nog even in te smeren. Twee keer knijp je wat crème uit op je hand, en je smeert het snel uit over je gezicht en armen. Is dat genoeg? Waarschijnlijk niet.

‘Als je echt gaat zonnebaden, adviseren wij één theelepel per lichaamsdeel. Dus zeven theelepels voor je hele lichaam’, zegt Annebel Schipper van KWF. Dermatoloog Jetske Ultee gebruikt een shotglaasje om de hoeveelheid voor het hele lichaam duidelijk te maken. ‘Pindakaas-dik’, zegt dermatoloog Marlies Wakkee van het Erasmus MC zelfs.

Wakkee: ‘Je kunt bij dun gesmeerde zonnebrand de factor vaak door drie delen. Als je denkt: ik koop een heel dure soort, dan ben ik goed bezig, maar je smeert vervolgens heel zuinig… Dan kun je beter een goedkope halen die je wel heel dik smeert.’ De hoeveelheid is dus echt belangrijk, zegt Schipper. ‘Als mensen zich te weinig insmeren, dan is de kans op verbranden groot, en die verbranding zorgt ervoor dat je meer risico hebt op huidkanker op latere leeftijd.’

Leeftijd en huidschade, en de kans op huidkanker

Huidkanker is volgens KWF op dit moment de meest voorkomende vorm van kanker, met meer dan 80.000 mensen per jaar. De ziekte ontstaat door een optelsom van schade, dus vaak na vele jaren en meestal op latere leeftijd. Er is dus een vertraagd effect. Onze houding en gedrag ten opzichte van de zon is veranderd, doordat we meer weten over de gevaren. Dat men vroeger minder voorzichtig was is te zien aan de cijfers, zegt Schipper. ‘We zien veel mensen die in de jaren ‘70 en ‘80 veel verbrand zijn.’

Een extra waarschuwing geldt voor het verbranden bij kinderen. Zij zijn nog in de groei, dus gaat de celdeling bij hen sneller. Een foutje in het DNA, dat door huidschade ontstaat, kan zich hierdoor sneller vermenigvuldigen. Zo telt de huidschade die je op jonge leeftijd oploopt extra hard op. ‘Zo is de kans op huidkanker later groter. Daarom vinden wij het belangrijk dat kinderen veilig in de zon spelen’, aldus Schipper.

Factor 15, SPF30 of toch 50?

Op zonnebrandcrèmes staat een SPF, wat staat voor Sun Protection Factor. Hoe hoger de factor, hoe langer je beschermd bent. Een hogere factor houdt namelijk meer UV-licht tegen. Toch is factor 50 voor de meeste mensen niet een veel betere keuze dan factor 30, legt dermatoloog Wakkee uit. ‘SPF30 geeft ongeveer 97 procent dekking, terwijl SPF50 98 procent bescherming biedt.’

Volgens Wakkee zorgt het smeren van factor 50 soms zelfs voor minder bescherming, door ons gedrag. ‘Zo’n hoge factor geeft een illusie van veiligheid.’ Omdat je je extra goed beschermd voelt, kan het zijn dat je je maar eenmalig insmeert of de schaduw niet meer opzoekt. ‘Vaak en veel smeren is belangrijker dan de hoogte van de factor’, zegt ze daarom.

SPF30 is om die reden wat Wakkee in het algemeen aanraadt, net als Schipper. Voor mensen met een bepaalde huidziekte, of die zelf huidkanker hebben gehad, kan SPF50 of hoger wel een uitkomst zijn. Als je een donkere huidskleur hebt, kan factor 15 overigens al wel voldoende zijn. Die factor geeft zo’n 93 procent bescherming, en een donkere huid is van zichzelf door de hoeveelheid pigment al minder gevoelig voor schade. Toch blijft ook dan insmeren het advies.

Vermijd het heetst van de dag en blijf smeren

Hoe hoger hoe beter klopt dus niet per definitie. ‘Mensen zijn vaak verward door de dubbele boodschap: ze denken dat ze zonnebrandcrème moeten gebruiken om extra lang in de zon te gaan zitten. Maar dat is niet de bedoeling. De boodschap is: pas alsnog op, en ga in de hete uren uit de zon’, aldus Wakkee. En zelfs in de schaduw kun je verbranden, dus smeer je ook dan in.

Bij KWF houden ze twee regels aan voor mensen die gaan zonnen: ‘Het belangrijkste is om tussen 12.00 en 15.00 uur de schaduw op te zoeken, dat is het heetst van de dag. Dan is de zonkracht het sterkst.’ Daarnaast is één keer insmeren niet voldoende, zegt Schipper. ‘Blijf je elke 2 uur insmeren, dus voordat je de zon ingaat insmeren en dan telkens herhalen. Door te zwemmen maar ook door wrijving gaat de zonnebrand eraf. Dus als je op je handdoek omdraait, als je je armen over elkaar doet, enzovoort.’

Of je vaak en dik genoeg smeert, is overigens makkelijk te meten, zegt Wakkee. ‘Een fles of een tube zou binnen een paar dagen op moeten zijn.’