background branding

Hoge bloeddruk tijdens zwangerschap: Anneloes vertelt haar verhaal

Twintig weken zwanger is Anneloes als bij de termijnecho blijkt dat haar kindje veel te klein is. Vanaf dat moment gaat alles in een stroomversnelling. Haar bloeddruk stijgt, ze wordt heel ziek en bij 28 weken en twee dagen wordt Florian 'gehaald'. Veel te vroeg en veel te klein. 'Met 28 weken een geboorte, dat kan je je gewoon niet voorstellen'.

'Ik was natuurlijk hartstikke blij dat ik in verwachting was, maar bij zes weken werd ik zo ontzettend misselijk. Dat duurde tot ongeveer 20 weken. Je denkt dan: hup schouders eronder en door, maar misselijk zijn tot drie uur in de middag en echt alleen maar braken, dat kost heel veel energie'. Net voor de 20 weken echo wordt de misselijkheid minder en Anneloes denkt dat het de goede kant op gaat. Tot bij de 20 weken echo blijkt dat Florian veel te klein is.

Zwangerschapsvergiftiging aan het ontwikkelen

Anneloes en haar man Joost worden door de verloskundige doorgestuurd naar het ziekenhuis. De bovenbenen van haar baby blijken vooral te klein en de artsen hebben geen idee wat er aan de hand is. 'Bij 24 weken begon ik ook echt een hoge bloeddruk te krijgen. De artsen dachten dat de placenta niet goed was aangelegd, waardoor mijn bloeddruk omhoog ging'. De artsen verwachten dat Anneloes zwangerschapsvergiftiging gaat ontwikkelen en Anneloes wordt doorgestuurd naar een ander ziekenhuis in de regio waar een Neonatale Intensive Care Unit (NICU, dat is een ic-afdeling voor zieke of veel te vroeg geboren kinderen) is. De  artsen verwachten dat Anneloes voor 32 weken gaat bevallen. Ze krijgt veel controles en echo's. Haar eigen gezondheid, maar ook die van de baby worden goed in de gaten gehouden.

Anneloes voelt zich slecht: 'Maar je probeert het wel zo lang mogelijk te rekken natuurlijk, want de baarmoeder is de beste couveuse voor je kind'. Bij 28 weken grijpen de artsen in. 'Ze zagen dat het niet goed ging met Florian en zeiden: we gaan hem halen'.  Als ze besluiten om het nog een paar uur aan te kijken begint  Anneloes zich helemaal niet goed te voelen. 'Ze hadden mij al voorbereid op mogelijke symptomen. Ik kreeg opeens ontzettende pijn tussen mijn schouderbladen, voelde een hele strakke riem net onder mijn borst en toen zeiden de gynaecologen: 'Stop maar met eten. We zien dat het goed gaat met je baby, maar met jou niet, dus we gaan zo een spoedkeizersnede doen'.

Wat is zwangerschapsvergiftiging?

Ongeveer vijftien procent van alle zwangeren krijgt te maken met een vorm van zwangerschapsvergiftiging. Er wordt binnen zwangerschapsvergiftiging een onderscheid gemaakt tussen vier ziektebeelden: zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie, eclampsie en HELLP-syndroom. Lees meer: Wat is zwangerschapsvergiftiging?

Weinig herinneringen aan de bevalling

Anneloes krijgt een keizersnede, maar weet van de tijd daarna heel weinig: 'Ik heb die keizersnede gehad en ik denk dat ik door de adrenaline er nog iets van heb meegekregen, maar daarna is het licht uitgegaan en dat is pas anderhalve dag later weer aangegaan. En ja, dan lig je daar'. Anneloes weet niets meer van wat er die vorige dag is gebeurd. 'Je bent moeder geworden van een kind dat veel te klein is en waarvan je geen idee hebt wat zijn status is en ik lag doodziek in een ziekenhuisbed ergens anders in het ziekenhuis. Dat is dan hoe je moeder bent geworden. Dat had ik natuurlijk veel liever anders gezien en ergens vind ik dat ook wel heel sneu als ik eraan terugdenk. Ik weet er gewoon niks meer van'.

Florian ligt ondertussen op de kinderintensivecare, hij woog bij zijn geboorte 820 gram (een gemiddeld kind in Nederland weegt bij een voldragen zwangerschap zo'n 3400 gram). 'Ik vroeg ook: waar is mijn kind? En toen vertelden ze dat hij op de NICU lag. Dat gevoel, dat kan ik niet omschrijven. Dat is zo leeg. Ik lag daar alleen in een ziekenhuiskamer en ergens anders in dat ziekenhuis lag mijn pasgeboren zoon. En ik wist natuurlijk: Joost is bij hem. Dat vond ik heel fijn'.

Joost vertelt haar later wat er gebeurd is. Hij vult de gaten in haar geheugen op en zo krijgt Anneloes uiteindelijk het hele verhaal in beeld van wat er is gebeurd. 'En dan wil je naar je kind toe, want ik wil mijn kind zien. En dan word je daar naartoe gereden in een ziekenhuisbed. Want je kunt helemaal niks en je ligt daar maar. En toen kon ik mijn hand door het couveuse luikje doen en mijn eigen kind voelen en zien vechten voor zijn leven.'

De bloedvaten van Anneloes konden zwangerschap niet goed aan

Langzaam aan krabbelt Anneloes op en wordt ze sterker. Florian groeit aanvankelijk niet goed. De voeding loopt niet goed door zijn darmen heen, waardoor het gezin voor een operatie naar de NICU in Maastricht wordt gestuurd. Daar komt Anneloes erachter dat er onderzoek wordt gedaan naar vrouwen met ernstige zwangerschapsvergiftiging zoals HELLP. 'Sommige vrouwen ontwikkelen tijdens hun zwangerschap  een hoge bloeddruk. Maar wat wist ik? Het was mijn eerste zwangerschap. Als ik nu de foto's zie denk ik wel: ik had een hele bolle kop, dat was allemaal vocht.'

Uit de onderzoeken blijkt dat Anneloes haar bloedvaten de zwangerschap niet goed aankonden. Ze pasten zich niet aan aan de extra hoeveelheid bloed die rondgepompt moest worden door haar lichaam. 'Je lijf moet een topprestatie leveren en dat kon mijn lichaam niet. Met gevolg dat de druk in de bloedvaten hoger wordt om die placenta maar van nieuw bloed te voorzien. En op een gegeven moment trapt je lijf op de rem en krijg je klachten: sterretjes zien, de bandpijn om mijn middel, pijn tussen mijn schouderbladen, mijn zicht werd heel slecht. Uiteindelijk stoppen vitale organen er ook mee en dat is het moment dat de artsen ingrepen'. 

De wetenschap dat er een herhaalkans is om bij een volgende zwangerschap weer ziek te worden accepteerden Joost en Anneloes na heel veel uitzoekwerk. 'Zeker na de onderzoeken in Maastricht bleken mijn kansen, met hun begeleiding erbij, best goed. Dat trok ons over de streep om het nog een keer aan te durven'. Al snel nadat Anneloes voor de tweede keer zwanger is neemt ze dan ook contact op met het MUMC. Ze valt in het 'follow-up' programma en krijgt bij 12, 16, 20 en 30 weken extra onderzoeken. Daar krijgt ze ook medicatie voorgeschreven zodat haar bloedvaten zich beter aan kunnen passen aan de zwangerschap.