Dit zijn consumenten gemiddeld kwijt aan een commerciële coronatest

Het overgrote deel, 84 procent, is getest bij de GGD. 4 procent is bij de huisarts getest, 7 procent (ruim 800 mensen) via een commercieel bedrijf. 12 procent geeft aan dat zij via een andere route zijn getest, waarbij veel mensen aangeven dat het bij het ziekenhuis was, een enkeling op het vliegveld, al dan niet in het buitenland.
 
Een deelnemer geeft aan dat het testen niet kon plaatsvinden: 'We wilden ons wel laten testen maar bij alle teststraten moet je met de auto komen. Maar wij hebben geen auto meer.' Wellicht was dit toen nog niet het geval, maar mensen voor wie de auto geen optie is, kunnen dit (inmiddels) aangeven bij het maken van een afspraak. 'Dan bekijkt de medewerker waar u terecht kunt met bijvoorbeeld de fiets, lopend of de scooter', staat op de website van de rijksoverheid.
 
1 procent (90 mensen) hebben een zelf- of thuistest afgenomen. Dit is vaak een test die aantoont of je COVID-19 hebt gehad, niet per se of je het virus op dat moment onder de leden hebt.

Wachten op de uitslag?

Wil je snel een uitslag, dan kun je het best een commerciële test doen; 58 procent had de uitslag binnen enkele uren, nog eens een kwart binnen 24 uur. Vergeleken met de GGD-tests: daar heeft 6 procent de uitslag binnen enkele uren. Nog eens 43 procent kreeg de uitslag binnen 24 uur.
 
Een snelle uitslag is wat commerciële tests vaak beloven, tegenover de GGD die van tevoren aangeeft er vaak langer over te doen. De commerciële testers maken hun beloftes vaker waar. 93 procent van degenen die commercieel getest zijn hadden de uitslag binnen de gestelde termijn. Bij de GGD's is dat 85 procent.
 
Nog sneller ben je met een zelftest, maar dat zijn vaak antistoffen-tests: die meten vaak of je corona hebt gehad, en dus niet of je het op dit moment hebt. 74 procent geeft aan binnen een uur de uitslag te hebben, 92 procent geeft aan dat de test de beloftes wat betreft snelheid waarmaakt.

Meeste vertrouwen in GGD-test

Wat het vertrouwen betreft is het juist andersom gesteld. De GGD-test geniet met 90 procent het meeste vertrouwen, net als de test bij de huisarts overigens, daar heeft de grootste groep mensen zelfs 'heel veel' vertrouwen in. Bij de commerciële tests is het vertrouwen op een betrouwbare uitslag met 78 procent iets minder breed gedeeld. De thuistests worden het minst vertrouwd, maar nog altijd door een meerderheid van degenen die ervoor gekozen hebben: 59 procent denkt dat de uitslag betrouwbaar is.
 

Een andere deelnemer aan het onderzoek merkt wel iets anders op, dat samenhangt met de schaarse mogelijkheden om te testen, in de beginmaanden van de pandemie: 'Ik werd half maart ziek en 2 juni pas getest. Natuurlijk negatief! Nu nog steeds niet hersteld en revalidatie ondanks negatieve test. Besmettingscijfers van nu, kan je nooit vergelijken met eerste golf.'

Uiteenlopende kosten

De prijzen voor een commerciële test lopen enorm uiteen. De grootste groep betaalt tussen de 50 en 150 euro: 18 procent 50 tot 75 euro, 19 procent 75 tot 100 euro en nog eens 21 procent 100 tot 150 euro. Uitschieters zijn er ook, aan beide kanten. Zo betaalde 5 procent tot wel 200 euro. En aan de onderkant: 6 procent betaalde tot 25 euro en 9 procent tussen de 25 en 50 euro. De zelftests zijn een stuk goedkoper: bijna de helft betaalde hier tot 25 euro voor en slechts 4 mensen betaalden 75 euro of meer.