background branding

De rente op sparen neemt toe, wat kun je het beste doen? Tips van een expert

174066451_presentation-wide.jpg

Nog niet zo lang geleden kenden de meeste spaarrekeningen geen - of zelfs een negatieve - spaarrente. De afgelopen tijd is de spaarrente weer wat opgekrabbeld, waardoor het interessant is om te kijken hoe je hier het meest profijt uit kunt halen.

Radar sprak met Thomas de Leeuw, financieel expert bij Frits.

Verwacht geen wonderen

Hoewel de spaarrente (licht) is gestegen, betekent dit niet dat er gouden tijden zijn aangebroken. Op dit moment is het inflatiepercentage gemiddeld een stuk hoger dan de spaarrente. ‘De kans is groot dat je er netto op achteruit gaat, zelfs quitte spelen is in deze markt verschrikkelijk moeilijk’, zo laat De Leeuw weten. 

Rente op betaal- of spaarrekening?

Bij de meeste banken waar je een betaalpas hebt, kun je ook een spaarrekening openen. Vaak zijn de (variabele) rentepercentages op de spaarrekening hoger dan op de gewone betaalrekening. Maar hoe bepalen banken het rentepercentage?

Omdat zowel de rentepercentages als het bedrag dat op je spaarrekening staat variabel zijn, betalen banken meestal per dag een vergoeding voor het gestalde geld. Elke dag is dus (behalve in het schikkeljaar) 1/365e van het eindbedrag. Daarom kan het lonen grote aankopen aan het eind van de maand te doen en ook een deel van het salaris zo lang mogelijk op de spaarrekening te houden. Immers, hoe langer het geld er staat, hoe hoger het uitgekeerd bedrag. 

Gespecialiseerde aanbieders

Behalve sparen via de ‘gewone’ betaalrekening zijn er ook aanbieders die gespecialiseerd zijn in spaargeld. ‘Het kan zeker lonen om rond te kijken hoe hoog de percentages bij verschillende aanbieders zijn’, geeft De Leeuw aan. ‘Zowel in Nederland als in de rest van Europa kunnen de percentages fors van elkaar verschillen.’

Ook buiten Europa zijn er aanbieders, maar De Leeuw laat weten dat dit niet altijd even veilig is. ‘Binnen Europa vallen de meeste aanbieders onder het ‘depositogarantiestelsel’, dit betekent dat bedragen tot 100.000 euro verzekerd zijn mocht de aanbieder failliet gaan. Er zijn wel aanbieders die niet onder dit garantiestelsel vallen, maar deze moeten dat aangeven. Deze hebben vaak nóg hogere rentepercentages.’

De Leeuw adviseert op te passen met spaarrekeningen buiten Europa. ‘Buiten Europa is geldt het despositogarantiestelsel sowieso niet.’ Ook geeft hij de tip spaargeld in bepaalde gevallen te verspreiden. ‘As je spaargeld boven de 100.000 euro is, kun je dit het best verdelen over verschillende aanbieders. Zo weet je zeker dat je bedrag verzekerd blijft.’ 

Leg je het geld lang vast?

Hoe langer je het geld vastzet - en je het dus niet kunt opnemen - hoe hoger het rentepercentage is. ‘Bij een rekening waar je ieder moment geld kunt afhalen, is het rentepercentage vaak laag. Laat je het langer vastleggen dan heb je zekerheid op een bepaald (hoger) percentage, maar er kunnen ook nadelen aan kleven.’
De Leeuw noemt een voorbeeld. ‘Als je het geld onverhoopt nodig hebt, kun je er niet bij. Ook kan in de tussentijd het rentepercentage stijgen en daar profiteer je niet van als je het al vast heb liggen. Het is aan de consument om hierover een risico inschatting te maken.’ 

Hoe groot is het risico?

Wat betreft risico-inschatting is er een vuistregel: hoe groter het risico, hoe groter de kans op grote winsten en/of verliezen. Staatsobligaties zijn hier een voorbeeld van. De Leeuw: ‘Staatsobligaties uit Nederland of Duitsland zijn vrij risicoloze investeringen, maar de rentepercentages zijn dan ook relatief laag. Neem je staatsobligaties uit landen met een minder florissante economie, dan is het te ontvangen rentepercentage vaak een stuk hoger, maar is het wel de vraag of je het geld ooit terugziet.’

Een ander voorbeeld is aandelen. ‘Over het algemeen is het beleggen in aandelen weer een stapje risicovoller dan obligaties. Binnen de aandelen categorie zijn indextrackers een mooie manier voor mensen die niet al te veel tijd willen spenderen aan het beheren ervan. Een indextracker is een belegging waarbij je als het ware een groep verschillende aandelen samen neemt, waardoor het risico gespreid is. Maar als je in losse aandelen investeert kun je sneller winst, maar ook verliezen pakken.’

Beleg niet met geld dat je nodig hebt

Ook heeft De Leeuw nog een laatste tip. ‘Over het algemeen geldt; heb je het geld op korte termijn nodig, ga dan niet te risicovol. Spaar je met een lange horizon, dan kan het lonen om juist voor meer risico en dus ook voor kans op meer rendement te gaan’, zo sluit hij af.