De ene zorgmedewerker met post-covid krijgt compensatie, de ander niet: dit is waarom

zorg000_333A8NG (1).jpg

Zorgmedewerkers die in de eerste coronagolf voor covid-patiënten zorgden, krijgen een tegemoetkoming vanuit de overheid. Deze compensatie is veel lager dan vakbonden nodig achten. Hebben de vakbonden een punt? En wat gebeurt er met personeel dat later post-covid kreeg? Radar zoekt het uit. 

Vakbonden eisen meer compensatie, rechtbank doet uitspraak

De overheid geeft de zorgmedewerkers in kwestie een tegemoetkoming van 15.000 euro. Dat terwijl vakbonden FNV en CNV in een kort geding eisten dat de vergoeding 22.839 euro per persoon zou zijn. Ook eisten ze dezelfde tegemoetkoming voor zorgmedewerkers die covid in de tweede golf hebben opgelopen. De rechtbank stelde de vakbonden niet in het gelijk. Niet alleen is de hoogte van de compensatie dus lager, ook hebben minder mensen er recht op.

Waarom enkel compensatie voor eerste golf?

Een woordvoerder van het ministerie van VWS vertelt aan Radar waarom ervoor gekozen is om enkel zorgpersoneel dat in de eerste golf post-covid opliep, tegemoet te komen. “De eerste golf was een uitzonderlijke situatie. Zorgmedewerkers hadden veelvuldig intensief contact met covid-patiënten en dat was onvermijdelijk. Er was voor hen geen mogelijkheid om risico’s te vermijden.”

In de tweede golf was er volgens de woordvoerder veel meer bekend over de ziekte. “We konden testen, hadden betere behandelmethodes en konden als geheel veel veiliger werken om besmettingsrisico’s te beperken. Dat is het grote verschil.”

Komt er een tegemoetkoming voor tweede golf?

Toch zijn er ook zorgmedewerkers die in de tweede golf post-covid opliepen. Kunnen zij in de toekomst nog een tegemoetkoming verwachten? “Voor nu is dit wat het is”, stelt de woordvoerder. “Arbeidsongeschikte zorgmedewerkers komen wel in het stelsel van sociale zekerheid terecht.”

Compensatie van 15.000 euro

Zorgmedewerkers die wel compensatie krijgen, ontvangen 15.000 euro. Minister Helder van Langdurige Zorg laat in een brief aan de Tweede Kamer weten hoe het bedrag tot stand gekomen is. Zo is de tegemoetkoming even hoog als bij de Q-koorts-uitbraak van 2007 tot en met 2010. De minister spreekt van ‘grote gelijkenissen’ tussen de twee situaties. “De gezondheidsklachten werden beiden veroorzaakt na het doormaken van een infectie die tot dan toe relatief onbekend was.”

Maar daar hielden de gelijkenissen niet op. Zo toont post-covid gelijkenissen met het zogenaamde Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). “In beide gevallen gaat het onder andere vaak om langdurige vermoeidheidsklachten als gevolg van een doorgemaakte infectie”. De gevolgen zijn daardoor ook vergelijkbaar. Mensen ervaren een verlies van gezondheid, werk en kwaliteit van leven. “Daarom acht het kabinet de gekozen hoogte van het bedrag passend.”

Bron: Rijksoverheid, RTL Nieuws, NRC