background branding

Eerste bacteriofagenbank in Nederland een feit

Drie jaar geleden maakte Dokters van Morgen een reporatie over bacteriofagen en hoe ze mensen kunnen helpen die last hebben van een resistente bacterie. Dat wil zeggen een bacterie, waar gewone geneesmiddelen niet meer tegen werken. Microbioloog Stan Brouns was toen al bezig met onderzoek naar bacteriofagen in Nederland en heeft in de tussentijd een fagenbibliotheek opgezet.

Fagen komen overal om ons heen voor: in het riool, de wc, de sloot en ook in de Amsterdamse grachten. Aan de Universiteit Delft staat het enige bacteriofagenlaboratorium van Nederland. Stan Brouns, microbioloog, is de leider van dat laboratorium en heeft inmiddels de enige Nederlandse bacteriofagenbank ontwikkeld. En die collectie wordt continu uitgebreid met fagen tegen verschillende bacteriën. 'Zo kunnen we ze hopelijk gaan gebruiken voor patiënten', licht Brouns toe. 'Op dit moment zitten we op rond de 120 bacteriofagen tegen negen verschillende bacteriesoorten. De fagen zijn in principe beschikbaar voor artsen en onderzoekers'.

Antibioticaresistentie

Volgens de WHO zullen in 2050 jaarlijks tot 10 miljoen mensen sterven aan antibioticaresistentie. Bacteriën worden dan nog minder gevoelig voor antibiotica en het middel werkt dan dus niet meer. 

En de aanpak om de wereldwijde verspreiding van antibioticaresistentie tegen te gaan lukt maar niet. Bacteriofagen, kortweg fagen, zouden een oplossing kunnen zijn tegen die resistentie. 

Brouns' fagen zijn zuiver, maar niet GMP-proof. GMP staat voor Good Manufacturing Practice, een label dat garandeert dat de productie steeds hetzelfde en volgens de hoogste standaards verloopt. Het Europese Medicijn Agentschap (EMA) heeft bacteriofagen als geneesmiddel betiteld en dat zorgt ervoor dat faagmedicatie volgens strikte GMP-richtlijnen vervaardigd moeten zijn als ze worden gebruikt voor onderzoek met mensen en als medicijn. Dat zou voor Brouns een investering van vele miljoenen euro's betekenen. Het is wachten op bedrijven of donateurs die deze investering willen doen in Nederland. Ondanks de vraag mogen bacteriofagen in ons land nog niet gebruikt worden voor onderzoek of behandeling van patiënten.

Behandeling met fagen in Nederland?

'Dat is ongelofelijk jammer', zegt Lies Planje, ervaringsdeskundige. Nadat haar vader beter werd door een behandeling met bacteriofagen is zij mensen in Nederland gaan helpen om aan bacteriofagen van het Eliava Instituut in Georgië te komen. Ze sprak zodoende veel mensen met chronische urineweginfecties: 'Die mensen worden keer op keer aan een antibioticakuur gezet, als dat op een gegeven moment niet werkt, dan kan je toch bacteriofagen proberen als arts? Het is zo simpel'. Planje respecteert het feit dat er onderzoek gedaan moet worden: 'Maar in het Eliava maken ze die fagen al 90 jaar, die kennis kan je toch niet negeren als Nederlandse overheid?'

Het RIVM vindt dat er nog niet genoeg onderzoek naar bacteriofagen is gedaan is en daarmee is het ook niet duidelijk of deze alternatieve behandeling wel veilig genoeg is. Wel stelt de instantie dat  voor mensen met een bacteriële infectie die niet meer behandeld kunnen worden met antibiotica, kan worden onderzocht of bacteriofaagtherapie een geschikt alternatief is. Het probleem hierin is deels de wet- en regelgeving in de Europese Unie. Omdat bacteriofagen gezien worden als medicatie, moeten zij ook aan die eisen voldoen.

Geen geregistreerd geneesmiddel

In Nederland zijn bacteriofagen dus geen geregistreerd geneesmiddel. Daarom mag het niet zomaar worden toegepast. Alleen in uiterste noodzaak kan de Geneesmiddelenwet worden ontweken via artikel 37 van de Verklaring van Helsinki: Een experimenteel middel mag door een arts worden ingezet voor de verbetering van levensomstandigheden van de patiënt als de patiënt hier toestemming voor geeft.

In Nederland is hiervoor nog geen aanvraag gedaan. Een andere manier is via de magistrale bereiding van medicijnen, die geeft een apotheker de mogelijkheid om bacteriofagen te bereiden voor een individuele patiënt. Deze route wordt in België al toegepast en zou in Nederland ook kunnen werken. Beide methoden vragen enorm veel papierwerk en zijn alleen van toepassing op individuele patiënten.